Taxodont: Heeft de schelp een taxodont slot? Dit betekend dat de schelp zowel voor als achter de top en soms ook onder de top een rij tanden heeft staan die wel in grote van elkaar kunnen verschillen, maar niet in vorm. De tanden worden gescheiden door gleuven. | |
Schelpen met oren: Zit aan een of beide kanten van de top vleugelvormige uitsteeksels of oortjes? | |
Dekschelpen (Anomiidae): Is de schelp dun en breekbaar, met meestal een onregelmatige (rondachtige) vorm en een schilferig uiterlijk waarbij:
| |
Oesters (Ostreidae): Heeft de schelp 1 sluitspier indruksel in elke klep? Teven is de schelp vaak stevig, met geprononceerde schilfers of lamellen aan de buitenkant, meestal onregelmatig van vorm, en waarbij:
| |
Borende soorten met een apophysis: Heeft de schelp geen slottanden, maar soms wel een uitsteeksel (apophysis) onder de top (kan afgebroken zijn, dus kijk ook of er een stompje zit)? Heeft hij twee sluitspierindruksels (soms moeilijk te vinden), een gereduceerd ligament dat intern ligt? Is hij gelijkkleppig, niet gelijkzijdig en heeft hij een onregelmatige omtrek? De schelpen zijn vaak gapend en hebben accessorische schelpstukken boven op de schelp of bij de toppen van de sifonen, maar deze zijn bij aangespoeld materiaal vaak niet meer aanwezig. De soorten boren in hout, rots, veen, klei, o.i.d. en hebben dus vaak een schelpstructuur (ribbels) die hun daarbij helpen. | |
Steenboorders (Gastrochaenidae): Heeft de schelp geen slottanden en geen apophysis? Is de schelp ongelijkzijdig, top niet in het midden? Is hij breed ovaal gapend over de gehele lengte? Boort in zandsteen, kalksteen, of ander organisch gesteente. | |
Mossels (Mytilidae): Heeft de schelp geen slottanden, is hij driehoekig, ovaal of boonvormig en gaapt de schelp niet aan de voor- of achterkant? | |
Vanaf hier heterodont slot | |
De mantelbocht: Is de mantellijn niet voorzien van een al dan niet kleine of slecht zichtbare mantelbocht? | |
Families met een mantelbocht | |
Scheermessen: Is de schelp zeer langgerekt (meer dan 4x zo lang als hoog), recht of licht gekromd, en ligt de top inclusief ligament geheel vooraan? | |
Papierschelpen (Thraciidae) Is de schelp in beide kleppen zonder cardinale tanden, maar met een duidelijke driehoekige inkeping direct naast de top waarop het inwendig ligament ligt? De schelp gaapt niet en heeft ook geen inwendige richel. | |
Lepelschelpen (Periplomatidae) Is de schelp zonder cardinale tanden, maar met een duidelijk lepelvormig resiliumveld in beide kleppen en aan de binnenkant een zwakke richel die vanuit de top naar het voorste spierindruksel loopt? De schelp gaapt niet. | |
Gapers (Myidae) Is de schelp zonder cardinale tanden, maar met een spatelvormig resiliumveld (chondrofoor) in de linkerklep en een kleinere, verborgen chondrofoor in de rechterklep? De schelp gaapt aan de achterkant. | |
Otterschelpen, strandschelpen (Mactridae) Heeft de schelp 2 of 3 cardinale tanden, laterale tanden, een uitwendig ligament en een intern ligament (chondrofoor)? In de linkerklep zijn de cardinale tanden tot een ^ vergroeid. | |
(Veneridae) Heeft de schelp 3 (of meer) cardinale tanden in elke kleppen, zijn de kleppen stevig, zijn er alleen 2 min of meer gelijke sluitspierindruksels zichtbaar en geen voetprotracor- of voetretractor-spierindruksels en zijn de kleppen gelijkkleppig maar niet gelijkzijdig, de top buigt iets of heel sterk naar voren en is altijd duidelijk aanwezig? | |
Korfschelpen (Corbulidae) Is de schelp redelijk driehoekig met een iets afgeknotte achterkant? Is de rechterklep boller dan de linkerklep, waardoor hij de linkerklep omsluit? waarbij:
| |
Dunschalen (Semelidae) Is het een platte (niet bolle) schelp, rond of ovaal, en is er een extern ligament? | |
Platschelpen (Tellinidae) Is het een platte (niet bolle) schelp, rond of ovaal, en is er een intern ligament? | |
Schelpen zonder een mantelbocht Q29 |