Kleur | : | roodbruin |
Geslachtsorganen | : | ja |
Beschrijving | : | aan een kort steeltje; omringd door een krans van filamentjes1 |
Thallus | : | ja |
Vorm | : | draadachtig, harig; kransvormig gezet op een vertakking of op de centrale steel; het geheel geeft het idee van de paardenstaart (plant) |
Tetrasporen | : | ja2 |
Beschrijving | : | Door meiose wordt in de tetrasporofytische (diploïde) fase tetrasporen gevormd. Na de meiose ontstaan er 4 sporen die te verdelen zijn in 3 soorten: kruisvormig, zonaat en tetraëdrisch2 |
Vertakking | : | vanaf de centrale as staan vele onregelmatig vertakkende, dradige stengels uit; de toppen zijn rond van vorm |
Cellen | : | ja |
Beschrijving | : | cellen nauwelijks ingesnoerd aan de basis1 |
Chloroplast | : | ja2 |
Chlorofyl a | : | ja2 |
Phycoerythrin | : | ja2 |
Phycocyanin | : | ja2 |
Bronnen | : |