Overzicht | |
Soorten | |
Vindplaatsen | Vaak te vinden op plastic kratten, deksels en platen. |
De Schelp | |
Basis vorm | wordt gevormd door de ondergrond waarop hij gehecht zit |
Dikte | L: dun R: zeer dun |
Convexiteit | L: bol R: plat |
Gelijkkleppig | nee |
Periostracum | |
Ostracum | |
Parallelle sculptuur | L: onregelmatig gegolfd, geribd, of met schubbige sculptuur |
Area | smal |
Slot | |
Ligament | inwendig |
Tensilium vorm | kort |
Cardinale tanden | 0 |
Laterale tanden | 0 |
Sluitspieren | |
Sluitspierindruksels | 1 |
Byssusopening | sinus in de rechter klep |
Het Weekdier | |
Mantelrand | niet gesloten |
Siphonen | nee |
Voet vorm | rudimentair |
Byssus | ja |
Byssusklier | produceert talrijke lamellen, die door versmelting en verkalking de zee stevige byssus, het ossiculum, vormen |
Radula | |
Kieuwen | dubbele plaat |
Spieren | |
Voortplantingsorganen | |
Het leven | |
Larvale fase | kort vrijzwemmend, schelpje vanaf het begin ongelijke helften, taxodontslot, met 4 tandjes aan weerszijden van de apex, de larvale rechter klep incisura. |
Groei | Kort voor het einde van de pelagische fase wordt aan de basis van de rechterklep een flauwe bocht zichtbaar. Nadat enkele byssusdraden gesponnen zijn groiet de klep in achterwaardse en basaalwaartse richting. De byssusdraden groeien uit tot de prop waarmee het dier zicht hecht op substraat en de schelp zal uiteindelijk de gehele prop omsluiten. |
Habitat | Alle wereldzeeën, in de getijden zone en diep water. |
Bronnen | |
Literatuur |
|
Websites | |