home | nieuwsblad | informatie
Buccinum undatum Linnaeus, 1758
NL Wulk
×
wulk-lg.png
wulk
×
wulk_achter-lg.png
wulk achter
×
wulk1-lg.png
wulk1
×
wulk1_achter-lg.png
wulk1 achter
×
wulk2-lg.png
wulk2
×
wulk2_achter-lg.png
wulk2 achter
×
wulk3-lg.png
wulk3
×
wulk3_achter-lg.png
wulk3 achter
×
IMG_0428-lg.JPG
IMG 0428
×
wulk_in_ei-lg.png
wulk in ei
×
wulk_jong-lg.png
wulk jong
×
wulk_jong_achter-lg.png
wulk jong achter
 Overzicht 
 SynoniemenKinkhoren
 BijzonderhedenOp het strand zijn ook de eikapsels van de wulk te vinden. De wulk is een eetbare slak die tot de grootste slakken in de Noordzee behoort.
   
 De Schelp 
 Hoogte110 mm
 Breedte70 mm
 Diktestevig
 Basis vormBolle horen
 Kleurgeelachtig of bruinachtig, effen of met donkerder bruine gegolfde of gevlamde tekening
 Opperhuidstevig, bruin, harig
 Windingen6 tot 8 bolle windingen, regelmatig in grote toenemend. Bestaat zowel rechtsgewonden, maar ook (heel zeldzaam) linksgewonden. Vrouwtjes zijn vaak iets boller dan de mannetjes.
 SuturenDuidelijk, vrij diep
 Apexspits, maar niet scherp
    Apex hoekspits, maar niet scherp
 Protoconch
    Embryonale winding sculptuurglad
 Teleoconch
    Groeilijnengrof
    Oppervlakteglans gering
    Parallelle sculptuurgegolfde plooien, die aan de sutuur duidelijker zijn dan lager op de winding.
    Haakse sculptuurspiraalrichels, dikwijls afwisselend grove en minder grove
 Lichaamswinding
    Lichaamswinding hoogtegroot 1/3 tot 1/2 van de gehele hoogte
    Lichaamswinding sculptuurjonge exemplaren en van sommige soorten ook de volwassenen, aan de peripherie gekield
    Mondopeningovaal
    Mondstandscheef
    Buitenrandsoms verdikt, maar niet omgeslagen, bij mannetjes met een bocht in voorwaardse richting
    Mondrandniet continu
    Binnenkantwit of gekleurd
    Binnenrandglad, getordeerd
    CallusJa
    Siphokanaalkort, recht
 Navelgesloten
 Operculum
    Operculum kleurgeelbruin
    Operculum vormovaal
    Operculum materiaalhoornachtig
    Nucleusexcentrisch, aan de lange zijde
   
 Het Weekdier 
    Huidskleurwit of geelachtig met zwarte vlekken
    Lichaamsvormlichaam kan zeer ver uit de schelp komen
    Voet vormvoorste deel kan als grijporgaan functioneren, gedurende maaltijd wordt het voedsel ermee vastgehouden
 Ogenop de buitenbasis van de tentakels op knobbels
 Radula
    Radula formule1.1.1
    Radula vormsmal
    Rhachis-tand5-9 spitsen, waarvan enkele twee aan twee geheel of ten dele kunnen vergroeien. Vaak is in een radula het aantal spitsen van de rhachis-tand ongelijk.
    Lateraliaaantal spitsen kan varieeren en bij hen is in eenzelfde dwarsrij het aantal spitsen van linker en rechter laterale soms ongelijk.
 Spieren
 Voortplantingsorganen
   
 Het leven 
 BevruchtingVoortplanting vindt plaats gedurende de winter- en de voorjaarsmaanden. Er komen twee soorten spermatozoën voor: haarvormige en wormvormige. Aan de eerste vorm is een kop te onderscheiden aan de laatste niet. Uit de haarvormige en een eicel ontstaat een nieuwe wulk larve, uit de wormvormige en een eicel ontstaat een voedingsei, dat bestemd is om door de larve opgegeten te worden.
 Embryonale faseJonge larven kunnen aan oudere veligers ten prooi vallen. Deze fase duurt tot de jonge slakjes ongeveer 3 mm groot zijn. Dan kruipen ze uit het ei door een gaatje in de vlakke zijkant te maken. Ze hebben dan ongeveer 3 windingen.
 EierenIn grote aantallen (49-2419) gelegd in halfbolvormige chitineuze kapsels van 6 tot 10 mm in doorsnede en 3 tot 3.5 mm hoogte, die tot een sponsachtige massa zijn samengevoegd. De eieren worden met tussenpozen van 4 of 5 dagen gelegd. Per keer worden er tussen de 20 en 60 eieren gelegd. Samen vormen ze de totale eikapsel, zoals die ook op het strand gevonden kunnen worden. In elk kapseltje bevinden zich ongeveer 10 eieren die tot jonge wulken opgroeien. De overige zijn voedseleitjes.
 GeboorteNa 4 weken komen jonge wulken met schelp uit het ei.
 Geslachtgescheiden, mannetjes bezitten een zeer grote penis die in rust teruggeslagen ligt in de mantelholte
 Groei
Geboorte voorjaar:3 mm
Augustus-september10-13 mm
Eerste winter16 mm
tweede winter30 mm
derde winter40-45 mm
vierde wintermisschien 55 mm
 Voedseldierlijk, gewoonlijk dood.
 VijandGadiden, Anarrhichas, haaien en mensen
 Habitatop diepten vanaf 2,5 m tot 1500 m. Meestal op harde grond.
    Saleniteit15 ‰ in de Oostzee
 VerspreidingWestelijke en oostelijke kusten van de Noord-Atlantische Oceaan tot in het arctisch gebied. Zuidelijk tot de Spaans-Portugese kust. Noord-Pacifische Oceaan.
   
 Bronnen 
 Literatuur
  1. Fauna van Nederland Mollusca (I) A. Gastropoda Prosobranchia et Pulmonata - Benthem Jutting, Tera van ; VII ; A.W. Sijthoff's Uitgeversmij NV, Leiden , 1933

 
2006 - 2024 strandvondsten.nl / Commentaar, aanvullingen en suggesties: info@strandvondsten.nl