home | nieuwsblad | informatie
Crepidula fornicata Linnaeus, 1758
NL Muiltje
×
muiltje-lg.png
muiltje
×
muiltje2-lg.png
muiltje2
×
muiltje3-lg.png
muiltje3
×
muiltje4-lg.png
muiltje4
×
muiltje5-lg.png
muiltje5
×
muiltje6-lg.png
muiltje6
×
roodmuiltje-lg.png
roodmuiltje
 Overzicht 
 VindplaatsenHet muiltje is van oorsprong een bewoner van de Noord-Amerikaanse Oostkust. Omstreeks 1880 werd zij met Amerikaanse oesters geïmporteerd in Engeland waar ze zich snel langs de zuid- en oostkust heeft verspreid. Voor het eerst in 1929 zijn er twee levend verzameld op de Ierse Bank. Waarna het dier zich ook snel verspreidde over de zeeuwse wateren. Daarna ging de verspreiding door naar de Waddenzee en de Duitse bocht.
 TijdvakIn Europa niet als fossiel bekendA
 EtymologieCrepidula = slipper, fornix = gebogen
 SynoniemenSlipper, dubbeldekker, watermuiltje
 BijzonderhedenDe laatste foto geeft een Muiltje weer dat we gevonden hebben op 3 november 2012 op het strand van IJmuiden. Het zat op een stukje plastic of verf. Velen hebben naar de foto's gekeken en de consensus is dat het vermoedelijk een gewoon Muiltje is, zowel Rykel de Bruine als iemand uit Egmond aan Zee hebben eerdere vondsten gedaan van bijna rode Muiltjes. Ander opties waren: Crepidula adunca, Crepipatela dilatata, Crepidula onyx, Crepidula incurva. Voorlopig gaat hij de boeken is als: Crepidula cf. fornicata
   
 De Schelp 
 Hoogte20 mm
 Breedte50 mm
 Diktestevig, jonge exemplaren iets doorschijnend
 Basis vormomgekeerd bootvormig
 KleurDe buitenkant is geelbruin tot roze, met paarsbruine vlekjes en strepen. De mondopening is glanzend en vaak paarsroze gekleurd.
 Windingen1 tot 1.5 die snel in grote toenemen
 Suturenonduidelijk
 Apexstomp en omgekruld, steekt niet uit
 Protoconch
 Teleoconch
    Groeilijnenduidelijk
    Oppervlakteweinig glanzend
 Lichaamswinding
    Lichaamswinding hoogteveel groter dan de voorgaande
    Mondopeningdruppelvormig, en voor de helft afgedekt met een witte plaat
    Mondrandaangepast aan de ondergrond
    Binnenkantporseleinachtig glanzend
    Binnenrandparietale zijde heeft in het midden vaak een ondiepe inbochting
    Siphokanaalgeen
    Septumwit; bedekt ongeveer de helft van de openingA
 Navelgeen
 Operculum
    Operculum materiaalnee
   
 Het Weekdier 
    Lichaamsvormnauwelijks in spiraalvorm gewonden
 Radula
    Radula formule2.1.1.1.2
 Spieren
 Voortplantingsorganen
   
 Het leven 
 Bevruchtingin Engeland Maart tot November. 1 mannetje kan meerdere vrouwtjes bevruchten. Bevruchting kan tot meerdere keren per jaar.
 EierenTussen maart en oktober word de geelachtige eieren met ongeveer 200-400 tegelijk in kapsels afgezet en deze zitten als druiven in een tros aan een gemeenschappelijke as, die op het substraat is vast gekleefd onder de schelp van de moeder, die niet van haar plaats komt. Zo worden de eieren beschermd.1,A
 GeboorteNa 3-4 weken komen de eieren uit en de larven leven dan ongeveer 14 dagen pelagisch. In de periode heeft het diertje een embryonisch schelpje met een operculum. Na het planktonische leven verdwijnt dit operculum. Na het metamorphoseren en gaat het tot leven op de bodem over.1,A
 GeslachtHermafrodiet
 GroeiDe jonge dieren zijn mannelijk, leven solitair en zijn tamelijk mobiel, later zoeken ze elkaar op en vormen ze een "ketting". Het onderste dier is vrouwelijk, het bovenste mannelijk. Daartussen zijn de dieren in verschillende mate hermafrodiet.A
 Levensverwachting7-10 jaar
 Voedselvoedsel wordt doormiddel van trilhaar op de kieuwplaatjes naar de kieuw toegewerveld (zie ook tweekleppigen). Het voedsel bestaat uit microscopische bodem- en planktonorganismen, voornamelijk diatomeeën.1,A
 VijandZeester, stekelhoren, Purperslak, Schar
 Habitattot 12 meter diep. Op vast substraat met modderige bodems in rustig water.A
 VerspreidingVan oorsprong een soort dier voorkomt aan de Westelijke kant van de Atlantische Oceaan (oostkust Noord-Amerika). In de Noordzee in 1870 geïntroduceerd via Oesters in Oost Engeland. In België voor het eerst waargenomen in 1911 in Nederland in 1924 (lege schelpen) en in 1929 levende dieren, in 1939 voor het eerst in de Waddenzee.
   
 Bronnen 
 Literatuur
  1. Fauna van Nederland Mollusca (I) A. Gastropoda Prosobranchia et Pulmonata - Benthem Jutting, Tera van ; VII ; A.W. Sijthoff's Uitgeversmij NV, Leiden , 1933

 Websites
  1. nl.wikipedia.org

 
2006 - 2024 strandvondsten.nl / Commentaar, aanvullingen en suggesties: info@strandvondsten.nl