Overzicht | |
Beschrijving | Kan herkend worden door de kale staart (zonder schubben). Een borstelworm met relatief veel geborstelde segmenten. |
| |
Wormen | |
Lengte | 70 mm |
Breedte | bijna overal even breed |
Kleur | variabel, van grijs tot rood |
Kop | |
Prostomium | met twee lobben en een piek op elke lob |
Ogen | 2 paar, het voorste paar op de grootste breedte, het achterste paar voor de achterrand |
Tasters | 2 |
Laterale antenne | 2; 'ventrally inserted' |
Middelste antenne | ja |
Lichaam | |
Lichaamsvorm | rug en buik glad |
Segmenten met borstels | 47 |
1ste segment | met borstels (chaetae) en een paar rug en buik 'tentacular cirri' |
Schubben | 15 paar schubben |
Schubben kleur | 1 kleurig of met een patroon |
Schubben positie | op de segmenten 1, 3, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18, 20, 22, 25, 28 en 31 |
Schubben vorm | het eerste paar is rond de rest is ovaal of niervormig |
Schubben sculptuur | overlappen, maar laten enkele achterranden zichtbaar; de randen met korte haren (papillae) op minder dan een kwart van de omtrek; oppervlak met kleine bobbeltjes en een rand van wat grotere bobbels aan de buitenrand |
Notopodia | zijn 'small mounds' met een 'ventral acicular ligule' en vele borstels |
Notopodia chaetae | speervormig met stompe top |
Neuropodia | goed ontwikkeld met een voorste 'acucular ligule' en vele borstels |
Neuropodia chaetae | 2 soorten: speervormig met tweetoppige punten of een paar bovenste en onderste borstels speervormig met enkelvoudige top |
Staart vorm | kaal |
| |
Het leven | |
Habitat | litoraal op rotsachtige kusten. Wordt soms ook gevonden in buizen van andere wormen. |
Diepte maximaal | 1250 m |
Verspreiding | Noordelijke Stille Oceaan, Noordelijke Atlantische Oceaan, Middellandse Zee, Adriatische Zee, Zwarte Zee, Noordzee tot Kattegat en Øresund, zuidelijk tot en met het Kanaal. |
| |