Overzicht | |
| |
Wormen | |
Lengte | 39 mm |
Breedte | uniform |
Kleur | variabel geel tot zwart |
Kop | |
Pharynx | uitstulpbaar met 2 paar kaken |
Prostomium | 2 lobbig en een piek op elke lobe. |
Ogen | 2 paar; het voorste paar vlak bij de prostomial pieken, achterste ogen vlak bij de achterrand |
Tasters | 2 |
Laterale antenne | ja; 'ventrally inserted' |
Middelste antenne | ja |
Peristomium | beperkt tot de lippen |
Lichaam | |
Lichaamsvorm | rug en buikzijde glad |
Segmenten met borstels | 39 |
1ste segment | met borstels en een paar rug en buik 'tentacular cirri' |
Schubben | 15 paar schubben |
Schubben positie | op de segmenten 1, 3, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18, 20, 22, 25, 28 en 31 |
Schubben overlappen | ja; bedekken het gehele lichaam |
Schubben vorm | de eerste paar schubben zijn rond, de rest is ovaal tot niervormig; |
Schubben sculptuur | kleine bobbeltjes en soms een rand van meer prominente bobbels aan de buiten rand |
Schubben rand | ongeveer een kwart van de rand heeft gefranjerde haren (papillae) |
Parapodia | zijn vertakt; De acicula die het neuropodium dragen is gepunt; Chaetae zijn 'variously ornamented capillaries. Dorsal cirri and scales alternate at least in anterior end. Nephridial papillae situated postero-ventrally at the base of neuropodia. Ventral cirri present.' |
Notopodia | are small mounds with a ventral acicular ligule en veel borstels |
Notopodia chaetae | speervormig met een stompe punt |
Neuropodia | goed ontwikkeld met aan de voorkant 'acicular ligule' en borstels |
Neuropodia chaetae | speervormig met tweepuntige top, een paar in de bovenste of onderste positie met een enkel puntige top |
Staart | met één paar cirri |
| |
Het leven | |
Geslacht | eenslachtig |
Voedsel | carnivoor |
Habitat | Litoraal op rotsige kusten, sublitoraal op verschillende soorten bodems; soms ook gevonden in holen van andere wormen |
Diepte maximaal | 230 m |
Saleniteit | zout en brakwater |
Verspreiding | noordelijk halfrond; Noordzee en Oostzee tot zuid Finland |
| |